Je mag het allemaal zelf doen en ….. !
Voor veel mensen is het vast herkenbaar; ‘ikke zelf doen’! of ‘dat kan ik zelf wel hoor’ de woorden komen veelal uit de mond van een kind met een jonge leeftijd. Het is de drang naar zelfredzaamheid, om het zelf te doen!
Mijn kinderen zijn al wat verder in leeftijd (11 en 13) en ook deze twee kanjers hebben veelal de neiging om het zelf te doen! Mooi; en doe maar! ik moedig je aan, op eigen benen staan, verantwoordelijkheid voelen, -dragen en ook nemen.
En ook moedig ik aan om hulp te vragen;
je mag het allemaal zelf doen …..!
Wanneer een kind ouder wordt, zal het (over het algemeen) steeds minder afhankelijk worden van jouw constante zorg. Het gaat lopen, gaat zelf de “wereld” verkennen en gaat op onderzoek uit. Er zullen ervaringen zijn waarin het kind zich minder afhankelijk weet en het kleine kind ervaart dat het een eigen persoon is en ontwikkelt een eigen wil. Een nieuwe periode biedt zich aan! De constante verzorging maakt meer en meer plaats voor opvoeden. Het kind ont-wikkeld zijn eigen IK (Innerlijke Kracht) en zijn eigen wijze van doen.
Het kind, inmiddels peuter eist veelal alle aandacht op, van iedereen, en overal. Hij gaat op allerlei manieren aandacht trekken en begrijpt niet dat ouders ook nog andere dingen te doen hebben, dan constant met hem bezig te zijn.
Bij de ontwikkeling van het kind hoort het trots zijn op zichzelf. trots op IK! De wereld draait veelal alleen om hem.
Bij het ouder worden, leert het kind meer en meer geloven in zichzelf, geloof in het eigen kunnen, dat hij iets teweeg brengt. Klusjes doen en daarmee complimenten ontvangen is belangrijk (zeker ook voor het verdere leven) en stimuleert zelfont-wikkeling.
Kenmerkend in de ontwikkeling van het kind is de neiging naar alles zelf willen doen. Ze denken ook dat ze alles zelf kunnen! Aan de andere kant is er ook de behoefte aan vertrouwen, veiligheid en regelmaat. Bij het schrijven gaan de woorden “luiheid”, “gemakzucht” en “nonchalance” ook door mijn gedachten, de vraag is echter wanneer worden deze geuit.
Ook in de pubertijd staat de ontwikkeling en de verwijzing naar IK niet stil en wordt er herhaaldelijk ervaren dat wanneer je het zelf doet en kan, je niet afhankelijk bent van de ander. Het niet afhankelijk zijn van de ander wordt als een groot goed uitgelegd.
….. en …..!
Onafhankelijkheid en geloof in eigen kunnen is in onze maatschappij, van kind af aan onderdeel van de ontwikkeling. Ook wanneer de leeftijd van het kind achter je ligt en het kind ouder wordt, blijft het “ikke zelf doen” steeds een terugkerend en belangrijk onderdeel van het leven.
Ook in de jaren van de pubertijd is er het afzetten tegen en het zelfgerichte en de onbegrensde gedachte van “ongekende vermogens” (Ja; ik ga ervan uit dat de mens tot meer in staat is dan we doorgaans denken te kunnen).
Ook zingen de woorden als zelfredzaamheid, zelfstandigheid, onafhankelijk en eigen verantwoordelijkheid rond in onze maatschappij. Maar wat betekenen ze eigelijk en hoever gaan we daar in door? Wat betekenen ze eigelijk echt voor de persoon in kwestie?
Ik las ergens een wijze van kijken op cliëntondersteuning; het op eigen kracht meedoen, kan dit wel?
Is het “ikke zelf doen” wel mogelijk en haalbaar? En waar ligt de grens van het zelfstandig zijn? Wat als het mis gaat? Vragen we soms niet teveel van de ander of van onszelf?
Er zijn in onze samenleving gezinnen die met 10 of meer professionals worden omringt. Ook zijn er burgers die (nog) geen ondersteuning ontvangen en waar het eigenlijk wel helpend of ondersteunend kan zijn. Of burgers waar wel een “helpende” hand wordt gegeven die minder helpend is. Dan is er de vraag; wat is goed? Wanneer is het beoogde resultaat behaald? (denk ook aan de discussie omtrent het “omstreden” plan van vergoeding bij behaald resultaat).
Ja; je mag het allemaal zelf doen …… EN …..!!
Ontspan! Je hoeft het niet alleen te doen.
Zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid, geloof in eigen kunnen; blijf binnen je mogelijkheden ontwikkelen. Ik moedig je aan!
Tegelijkertijd is er ook de EN, je bent niet alleen op deze wereld. Jouw leven staat niet op zichzelf! Er zijn anderen, je hebt je vrienden, buren, familie en collega’s en timmermannen en doktoren en psychologen en anderen die je in het leven tegenkomt.
Het “ikke zelf doen”; ja, tot op zekere hoogte. Er zijn gebeurtenissen of situaties die, op bepaalde momenten, het eigen vermogen of de eigen kennis te boven gaan. Denk bijvoorbeeld aan situaties die expertise vragen. Of momenten waarop de aandacht wordt gevraagd door andere leefgebieden. Of heb je er zelf geen zin in of geen tijd voor, ook dan is het mooi en fijn als er anderen zijn die iets voor jou kunnen betekenen. De kracht van Samen!
Hulpvragen of ondersteuning ontvangen, het samen doen; het betekend niet een bepaalde vorm van falen of dat je kwetsbaar bent. Het is het accepteren van de mogelijkheid dat iemand anders iets bezit of kan geven dat jij op dit moment (nog) niet bezit.
Een valkuil in ondersteuning bieden en helpen is het uit handen nemen ook wel het betuttelen genoemd, al kan het tijdelijk uit handen nemen ook inzicht bieden en de drang naar zelfredzaamheid vergroten. Het geheel van coaching omhelst; samen richting bepalen, inzicht en overzicht creëren, blijven sturen op het beoogde resultaat en indien nodig bijsturen. Dat vergt oprechte aandacht en in verbinding staan, expertise, onderling vertrouwen en wederzijds respect.
Ondersteuning bieden, ook bij financieel coaching (budgetcoaching, schuldhulpverlening of andere vormen van hulpverlening) betekent dan ook, dat de ander zichzelf zoveel mogelijk in zijn eigen kracht zet. Daar waar kan, aanspraak maakt op het eigen vermogen om het zelf te doen.
Dat betekent meekijken, aanspreken, confronteren, verantwoordelijkheid benoemen, oprechte aandacht geven, luisteren en gezamenlijk het plan uitvoeren. Soms laten zwemmen en ook het heft in handen nemen.
Maar bovenal in de kracht van SAMEN!